Nieuws

Vanaf 2019 zullen er wettelijke eisen worden gesteld aan de installatie van cv-ketels en gasgestookte warmwatertoestellen. De installaties mogen dan uitsluitend door erkende bedrijven worden uitgevoerd en onderhouden. Het kabinet is tot dit besluit gekomen om het aantal koolmonoxide ongelukken terug te dringen. Jaarlijks zijn er vijf tot tien doden te betreuren als gevolg van koolmonoxidevergiftiging. Honderden mensen belanden voor behandeling in het ziekenhuis. Zowel consumentenorganisaties als de installatiebranche zelf zijn voor een dergelijke maatregel. Ook de brandweer is tevreden met het voornemen de wet op dit gebied aan te scherpen.   Erkenningsregeling voor installatiebedrijven Aan welke erkenningsregelingen moet worden voldaan om gecertificeerd installateur te worden, moet nog nader worden bepaald. Bovendien zullen monteurs bijgeschoold moeten worden en zullen er richtlijnen voor kwaliteitscontrole moeten worden opgezet. Dit is met name van belang vanwege het feit dat meer dan een derde van de installatiebedrijven eenmanszaken zijn. De consument zou door middel van een logo of een website met daarop de erkende bedrijven eenvoudig in staat moeten zijn om een erkende installateur te vinden.   Daling van ongelukken koolmonoxide De Onderzoeksraad voor Veiligheid verwacht dat het aantal ongelukken met koolmonoxide teruggebracht kan worden met minimaal 50%, wanneer ondeugdelijk aangebrachte installaties tot het verleden behoren.   Betere voorlichting over koolmonoxide Dat de nieuwe wetgeving niet eerder dan in 2019 van kracht wordt, heeft te maken met politieke en juridische processen en met het uitvoerbaar maken van de strengere regels. Om ook al in de komende jaren het aantal ongevallen door koolmonoxidevergiftiging terug te dringen, start de overheid in februari 2017 met een voorlichtingscampagne. Hierbij zal de nadruk liggen op de gevaren van koolmonoxide en preventieve maatregelen die de consument zelf kan nemen. Onder andere het installeren van koolmonoxidemelders zal hierbij aan bod komen.

De brandpreventieweken, die van 1 t/m 31 oktober 2016 plaatsvinden, hebben dit jaar als thema ‘Hé, doe de deur dicht’. Dit thema sluit aan op een onderzoeksrapport van de Brandweeracademie. Uit dit rapport blijkt dat gesloten binnendeuren je kansen om een woningbrand tijdig te ontvluchten of om te worden gered aanzienlijk vergroten. Dit geldt helemaal voor brandwerende deuren, omdat daar bepaalde voorzieningen in zitten, die branddoorslag en rookontwikkeling vertragen. Maar ook gewone binnendeuren kunnen, indien ze gesloten zijn, kostbare minuten opleveren om in geval van brand op tijd weg te kunnen komen.   Zorg dat je rookmelder werkt Een ander aandachtspunt dat in het rapport van de Brandweeracademie wordt aangekaart, en waar tijdens de brandpreventieweken aandacht aan wordt besteed, is dat rookmelders hoorbaar en op de juiste plaatsen geïnstalleerd moeten zijn. Weliswaar blijkt in 70% van alle huizen een rookmelder te hangen, maar daarvan blijkt amper 45% goed te werken. Mensen vergeten vaak hun rookmelders met enige regelmaat te controleren en hebben het niet in de gaten wanneer de batterijen op zijn. Niet of slecht werkende rookmelders zullen bewoners niet tijdig alarmeren en vergroten daardoor de kans op slachtoffers.     Rookmelders op de juiste plaats Het is van cruciaal belang dat rookmelders op de juiste plaatsen geïnstalleerd zijn. In veel woningen blijken de rookmelders uitsluitend in de zogenaamde verkeersruimtes te hangen. Dit zijn de ruimtes die andere ruimtes met elkaar verbinden, zoals gangen, overlopen en trappenhuizen. Omdat dat meestal niet de ruimtes zijn waar brand ontstaat, zal de rook de melders pas activeren als de verspreiding ervan al enige tijd aan de gang is, dus als de brand al enige tijd woedt. Daarom wordt er tijdens de brandpreventieweken op gehamerd, dat het noodzakelijk is om ook rookmelders in de verblijfsruimtes te plaatsen, waar brand kan ontstaan en waar je slaapt.   Duidelijk hoorbare en gekoppelde rookmelders Als je vast in slaap bent, ruik je geen rook. Bovendien kan de bij brand vrijkomende koolmonoxide je nog dieper doen wegzakken en je zelfs verdoven. Een duidelijk hoorbare rookmelder kan in het geval van een woningbrand dus levensreddend zijn. Er zijn verschillende soorten rookmelders te verkrijgen. Zo zijn er naast de gewone rookmelders ook speciale melders voor doven en slechthorenden. Daarnaast kun je sommige rookmelders ook aan elkaar koppelen. Als er brand ontstaan in de keuken, gaat ook de melder in je slaapkamer af. Zelfs als de rook dat deel van het huis nog niet eens bereikt heeft.   Brandpreventie in huis Dat de brandpreventieweken een belangrijke functie hebben, blijkt wel uit de cijfers. Jaarlijks maakt maar liefst 1 op de 69 mensen een woningbrand mee. Brandpreventie in huis door middel van rookmelders en gesloten binnendeuren kan dit aantal aanzienlijk verkleinen.

Google heeft een nieuwe functie ontwikkeld voor mobiele toestellen; de Emergency Location Service. Wanneer iemand met een Android toestel het alarmnummer 1-1-2 belt, wordt, zorgt deze functie er voor dat jouw locatie direct aan de meldkamer wordt doorgegeven. Gezien het feit dat bijna driekwart van de noodoproepen vanaf een mobiele telefoon afkomstig is, is dit een belangrijke toevoeging aan de huidige functionaliteit van locatiebepaling op mobiele toestellen. Een nauwkeurige locatiebepaling kan immers tijd schelen en het verschil betekenen tussen leven en dood.   Nauwkeurige locatiebepaling bij 1-1-2 melding Tot op heden was het al mogelijk om de locatie van mobiele toestellen te bepalen via de gebruikte zendmasten of via GPS. Maar deze methodes zijn niet zo nauwkeurig als het nieuwe systeem van Google. Bij de eerste methode kan de afwijking soms wel enkele kilometers van de daadwerkelijke locatie beslaan. In geval van nood kan dit de hulpdiensten minuten schelen voor zij de locatie van de noodoproep bereikt hebben. De tweede methode blijkt niet voldoende te werken wanneer het alarmnummer binnenshuis wordt gebeld. Deze gebreken lijken nu met de Emergency Location Service te zijn verholpen.   Emergency Location Service geschikt voor Android De Emergency Location Service is ontwikkeld voor Android en maakt voor het bepalen van de exacte locatie van de beller, gebruik van hetzelfde systeem als andere Android applicaties. Dat houdt in dat de gegevens van zendmasten en GPS worden gecombineerd met gegevens van gebruikte Wifi-netwerken. Daardoor is de locatie nagenoeg precies, ook als het noodnummer niet buitenshuis, maar vanuit een woning of gebouw gebeld wordt.   Privacy gewaarborgd Hoewel het nut van locatiebepaling al lang bewezen is, is het toch privacy gevoelige informatie, die op deze manier vrijgegeven wordt. Niet iedereen is dan ook blij met de mogelijkheden die de hedendaagse technologie ons biedt. Toch verzekert Google haar gebruikers, dat de locatiegegevens van de beller alleen worden doorgegeven aan de meldkamer en niet door Google voor andere doeleinden zullen worden gebruikt of aan derden worden verstrekt. Bovendien wordt de Emergency Location Service uitsluitend ingeschakeld wanneer het alarmnummer wordt gebeld. In alle andere situaties staat deze functie gewoon uit.   Beschikbaarheid De eerste landen waar de Emergency Location Service beschikbaar is gekomen, zijn Estland en het Verenigd Koninkrijk. Overige landen zullen vooralsnog even op de functionaliteit moeten wachten. De providers, die de Emergency Location Service mede mogelijk hebben gemaakt, zijn de ook in Nederland opererende Vodafone en Tele2 in samenwerking met het Engelse Three. De locatiefunctionaliteit is geschikt voor Android 2.3 of hoger en omdat het onderdeel uitmaakt van Google Play Services hoef je er zelf geen updates voor te installeren op je toestel.

Coen Mol uit Wateringen was 47 jaar toen hij op Prinsjesdag 2013 een hartstilstand kreeg. Marjan is burgerhulpverlener en kreeg een oproep van een hartstilstand in haar buurt. Samen met buurvrouw Saskia heeft ze Coen binnen een paar minuten gereanimeerd. “Ik kwam thuis van mijn werk. Omdat ik me niet lekker voelde, ging ik even op bed liggen. Mijn dochter had als eerste door dat er iets aan de hand was. Zij hoorde vreemde geluiden en zag mij naar adem happen. Ze zag dat het goed mis was en sloeg meteen alarm. Vervolgens belde mijn vrouw direct 112.”   Oproepsysteem werkt supersnel “In mijn woonplaats hebben we een systeem van burgerhulpverlening, Hartveilig Wonen Westland. Dit systeem werkt supersnel en goed. De 112-alarmcentrale waarschuwt via een bericht op de mobiel de mensen die in de buurt zijn. Onze achterbuurvrouw Marjan kreeg het bericht en was er al binnen twee minuten. Dat redt de ambulance niet.” “Mijn dochter haalde buurvrouw Saskia, die ziekenverzorgende is in een verpleeghuis. Samen zijn zij begonnen met de reanimatie. Die snelle hulp via het oproepsysteem is mijn geluk geweest!”   Eerste minuten heel belangrijk “Na ongeveer 7 minuten arriveerde de ambulance. Dat is op zich nog best snel. Maar juist die eerste minuten zijn heel erg belangrijk. Door te reanimeren en een schok te geven met een AED , vergroot je de kans op overleven. En je hebt ook meer kans dat je er goed uit komt, en er geen blijvende schade aan overhoudt. Daarom is het systeem van burgerhulpverlening zo belangrijk.”   Zwaar hartinfarct “Mijn vrouw werd verteld dat ze er rekening mee moest houden dat ik het niet zou redden. Ik had een zwaar hartinfarct gehad, ontstaan door een bloedprop in de kransslagader. Daardoor kreeg ik een hartstilstand.” “Direct dezelfde avond kreeg ik een dotterbehandeling en is een stent geplaatst. Mijn lichaam is gekoeld om hersenfuncties zoveel mogelijk in tact te houden. Na twee dagen kwamen de eerste tekenen van leven, waarna ik volledig ben bijgekomen. Ik heb uiteindelijk 1 week in het ziekenhuis gelegen.”   Onverwacht “Ik had nooit gedacht dat ik zo jong een hartstilstand zou krijgen. Ik leef gezond, let op mijn voeding en ik sport. Hart- en vaatziekten komen in mijn familie niet voor, hoewel verhoogde bloeddruk en verhoogd cholesterol wel voorkomen. Je staat er gewoon niet bij stil dat dit je kan overkomen.” “Ik heb 2 weken gerevalideerd in Sophia Revalidatie in Den Haag. Toen had ik alle functies weer terug en onder controle. Wel had ik nog langere tijd last van vermoeidheid en minder conditie. Daarom ben ik blij dat een paar maanden later nog mee kon doen aan een revalidatietraject in het HagaZiekenhuis. Daar heb ik veel aan gehad.”   Ook in jouw buurt “Ik kan me zelf niets herinneren van het hele voorval, maar ben zo blij dat ik het kan navertellen. Door het kordate optreden van mijn vrouw en dochter en door de snelle reanimatie door mijn buurtbewoners ben ik snel weer hersteld.” ‘Ik ben nu zelf ook burgerhulpverlener en heb mijn buurman gereanimeerd na een hartstilstand. Ook in jouw buurt kan er ineens iemand een hartstilstand krijgen. Misschien wel een bekende. Als je geregistreerd staat bij een oproepsysteem kun jij zijn of haar leven redden. Ik wil daarom iedereen oproepen om ook burgerhulpverlener te worden.”   Meld je aan als burgerhulpverlener op hartstichting.nl/reanimatie

Op 7 maart is GGD Haaglanden samen met de Hartstichting, Veiligheidsregio Haaglanden, Regionale Ambulance Voorziening Haaglanden en het Rode Kruis een regionale campagne gestart om meer burgerhulpverleners te werven. Onderdeel van deze campagne is reeds opgeleide BHV’ers te stimuleren om zich te laten registreren als burgerhulpverlener. Doelstelling is om minimaal 4000 burgerhulpverleners in regio Haaglanden te behalen en wellicht meer. We hopen deze doelstelling te behalen met uw medewerking.   Grotere overlevingskans Elk jaar krijgen 1000 inwoners in de regio Haaglanden een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Reanimatie en de inzet van een AED binnen 6 minuten biedt de grootste kans op overleving. Zodra er een melding van een hartstilstand binnenkomt bij de 112-alarmcentrale, stuurt het  burger alarmeringssysteem Hartveilig Wonen berichten uit naar burgerhulpverleners in de buurt. Een burgerhulpverlener besluit zelf om wel of niet te reageren op het bericht. Burgerhulpverleners zijn vaak erg dichtbij en kunnen daarom al vroeg starten met de reanimatie nog voordat de professionele hulpdiensten ter plaatse zijn. Om de keten te versterken en meer levens te redden willen wij het aantal burgerhulpverleners in regio Haaglanden verhogen. Voor meer informatie over het burger alarmeringssysteem kunt u naar de website van HartslagNu.   Samenwerken met BHV\'ers Wij willen u vriendelijk verzoeken om als hoofd BHV’er deze campagne kenbaar te maken binnen uw team van BHV’ers. Dit kan kenbaar gemaakt worden door tijdens de volgende  bijeenkomst een oproep te doen aan alle BHV’ers om zich aan te sluiten bij dit netwerk. Zij beschikken namelijk al over de juiste training en kennis en dienen op de hoogte gesteld te worden van het burger alarmeringssysteem. Door zich aan te melden bij het burger alarmeringssysteem kan de keten versterkt worden. Zo kunnen we gezamenlijk bijdragen aan het vergroten van de overlevingskans na een hartstilstand.

Bij een tennisclub in het Noord-Brabantse Liessel werd vrijdag 18 september met behulp van de AED een levensreddende reanimatie uitgevoerd. Tijdens een competitiewedstrijd tussen twee spelers zakte één van de spelers plots weg als gevolg van een hartstilstand. Door omstanders is snel  en adequaat ingegrepen door direct te starten met reanimeren, hulpdiensten in te schakelen en een AED te halen.   Inzet burgerhulpverlening Dankzij de alerte reactie van omstanders werd direct gestart met reanimeren in combinatie met de hulp van een AED van de tennisclub. Ook werden hulpverleners uit de omgeving die in het bezit zijn van een EHBO- of BHV certificaat opgeroepen. De voorzitter van de tennisclub liet weten dat dankzij de snelle hulp en inzet van iedereen het slachtoffer aanspreekbaar en met hartslag naar het ziekenhuis is vervoerd. De reanimatie is expliciet levensreddend geweest, waarbij de AED nadrukkelijk zijn werk heeft gedaan. Voor beide partijen was het een indrukwekkende gebeurtenis.

Uit onderzoek is gebleken dat er in 2013, 458.000 werknemers lichamelijk of geestelijk letsel op liepen door een ongeval tijdens het werk. Door dit ongeval verzuimde bijna de helft hiervoor één dag of langer. Dit komt neer met 1 op de 15 werknemers in Nederland.   De arbeidsongevallen bij mannen daalt. in 2013 had 7.6% van de mannen een ongeval, dit tegenover 5.3% bij de vrouwen. Het verschil komt doordat mannen over het algemeen gevaarlijker werk doen dan vrouwen. Sinds 2005 is het percentage van de mannen die betrokken zijn bij een ongeval lichtelijk gedaald. Terwijl het percentage bij de vrouwen de afgelopen jaren lichtelijk is gestegen. De verschillende ontwikkelingen komt doordat het aantal werkzame mannen in de bouw sinds 2001 is afgenomen en er is een groei in het aantal werkzame vrouwen in de gezondheidszorg en overheid.   De ongevallen zorgen voornamelijk voor lichamelijk letsel Bij 70% van de ongevallen, loopt de werknemer lichamelijk lichaam op. Dit kan een wond, botbreuk, verstuiking of verbranding. Bij 20% van de werknemers ging het om geestelijke schade, dit is voornamelijk psychische schade. Bij 10% was het zowel lichamelijke als geestelijke schade.   Meer ongevallen bij jongeren In 2013 had 8.2% van de werknemers die jonger waren dan 25 jaar een ongeval op het werk. Dit is bijna 1.5 keer zo veel dan werknemers ouder dan 25 jaar. Daarnaast is het zo dat werknemers jonger dan 25 jaar vaker een dag verzuimde na een ongeval. Werknemers ouders dan 25 jaar deden dit beduidend minder. Zo blijft 1 op de 3 langer thuis. Jongeren zijn daarentegen relatief vaak werkzaam in horeca. In de horeca komen over het algemeen ook veel bedrijfsongevallen voor, maar meestal leidt dit niet tot verzuim van één dag of langer.   Meer ongevallen buiten kantooruren Daarnaast is het zo dat werknemers die buiten kantooruren werken, vaker een ongeval. Voornamelijk werknemers die werken in ploegendiensten hebben vaker een ongeval. Maar ook werknemers dit in het weekend werken krijgen vaker te maken met een ongeval.

De brandwondencentra in Nederland slaan alarm. Het afgelopen weekend zijn er zeven personen, onder wie drie kinderen, behandeld na een ongeval met brandbare vloeistoffen in combinatie met een barbecue of vuurkorf. De ervaring uit voorgaande jaren leert dat dit aantal nog flink zal stijgen met de nog vele zomerse barbecue-dagen in het vooruitzicht. Reden genoeg voor de Brandwondencentra in Groningen, Beverwijk en Rotterdam en de Nederlandse Brandwonden Stichting om mensen te waarschuwen voor de gevaren van brandbare vloeistoffen. Dit doen zij door middel van tips voor veilig barbecueën en een online kennistest.   Zomerse dagen zijn voor de brandwondencentra druk. Er worden patiënten binnengebracht met ernstige brandwonden door gebruik van een brandbare vloeistof zoals spiritus, bio-ethanol of (was)benzine om een barbecue of vuurkorf aan te steken. Ook tijdens de wintermaanden is het druk. Dan gebruiken mensen brandbare vloeistoffen als brandstof voor een sfeerhaard of sfeerlicht. Reden van bezorgdheid is dat in het jaar 2014 in totaal 120 personen werden opgenomen door een ongeval met brandbare vloeistoffen. Dit is maar liefst 15,4% van het totaal aantal brandwondenpatiënten dat in 2014 voor langere tijd werd opgenomen in de drie Nederlandse Brandwondencentra.   Veilig barbecueën De drie Brandwondencentra en de Nederlandse Brandwonden Stichting raden mensen aan geen brandbare vloeistoffen te gebruiken voor het aanmaken van een barbecue of vuurkorf of het bijvullen van een sfeerhaard of sfeerlicht. Brandbare vloeistoffen zoals spiritus, bio-ethanol of (was)benzine mogen in geen geval op een vuurbron worden gespoten of in een nog warme brander worden bijgevuld. De enige manier om een barbecue 100% veilig aan te steken, is met aanmaakblokjes. Mocht u toch een brandgel of bio-ethanol sfeerhaard of sfeerlicht willen aansteken, check of er geruime tijd geen vlam meer aanwezig is. Check ook of de brander volledig is afgekoeld voordat u het reservoir bijvult. En denk eens aan waxinelichtjes als vervanger van sfeerlichtjes op brandgel of bio-ethanol.

Vanaf vandaag is het mogelijk om 112 niet alleen telefonisch te alarmeren bij een noodsituatie, maar ook via de gratis Nationale SOS ALARM ->112 App. Deze app organiseert eerste hulp bij een noodsituatie, totdat de officiële hulpdiensten arriveren. De app geeft iedereen met een smartphone via GPS en de technische applicatie data2voice - het vertalen van digitale data naar een gesproken bericht - de mogelijkheid om 112 niet alleen telefonisch, maar ook digitaal te alarmeren en informatie te delen. Bij de melding is informatie zoals locatie en de aard van de situatie direct beschikbaar via  - SOS ALARM Locatie Hulp - voor de 112 meldkamercentrale. Hierdoor wordt de intake en daarmee ook de aanrijtijd van de officiële hulpdiensten zoals Politie, Brandweer en Ambulance en de cruciale wachttijden voor de slachtoffers verkort.   De app informeert tevens geregistreerde SOS ALARM hulpverleners in de buurt van de noodsituatie, zodat eerste hulp direct kan starten tijdens de aanrijtijden, tot de officiële hulpdiensten arriveren. Door het gebruik van deze app is eerste hulpverlening efficiënt en zo snel mogelijk te organiseren. Tevens verhoogt het de burgerparticipatie en zelfredzaamheid bij eerste hulpverlening om samen meer mensenlevens te redden en het veiligheidsgevoel te vergroten.   Nationale SOS ALARM ->112 App Naast alarmeren is de Nationale SOS ALARM ->112 App een verzameling van bestaande apps, waarmee eenvoudig toegang wordt verkregen tot waardevolle informatie. Door deze samenwerking en overkoepeling van app’s ontstaat er laagdrempeligheid en duidelijkheid voor de Nederlandse burgers en hulpverleners bij eerste hulpverlening en noodsituaties en is het mogelijk om samen de veiligheid in Nederland te vergroten. De lancering van de app sluit aan bij de behoefte in Nederland aan meer (eerste) hulpverleners en de technologische ontwikkeling zorgt ervoor dat meldkamer centralisten worden ontlast en sneller over noodzakelijke informatie kunnen beschikken.        Nationaal platform om samenwerking  te bevorderen De Nationale SOS ALARM -> 112 App is naast een alarmerings-app ook een platform voor de belangrijkste alarmering-apps in Nederland, voor zowel burgers als hulpverleners. Een voorbeeld hiervan is Persoon Vermist waarbij mensen een SOS ALARM bericht ontvangen of kunnen verzenden als iemand in hun eigen buurt vermist is. Dit maakt de Nationale SOS ALARM -> 112 App ook echt een unieke app, omdat het bestaande initiatieven met elkaar verbindt met het idee dat kennis en informatie gedeeld moet worden, om samen levens te redden. Op de site www.helplevensredden.nl staat een overzicht van de functionaliteiten van de SOS ALARM App.   “Met 17 miljoen Nederlanders zijn we samen verantwoordelijk voor onze veiligheid. Met deze app geven we naast de overheid en bedrijven ook burgers de mogelijkheid om actief te helpen bij een noodsituatie. De non-profit Stichting Landelijke SOS ALARM Hulpdienst wil vanuit deze publieke en private samenwerkingsgedachte het Nationale Platform vormen voor alarmering en het informeren van burgers, hulpverleners en meldkamers. Hulp verlenen is de missie en gemeenschappelijke deler,” aldus bestuursvoorzitter Antoine Janssen van de Stichting Landelijke SOS ALARM Hulpdienst

Jaarlijks overlijden elf mensen aan de gevolgen van koolmonoxidevergiftiging en moeten er honderden mensen worden opgenomen in het ziekenhuis. Koolmonoxide is een zeer giftige gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van bijvoorbeeld gas of hout. Het is een sluipmoordenaar.   Geur- en kleurloos Koolmonoxide is geur- en kleurloos. Blootstelling aan te hoge concentratie geeft symptomen als hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid. Dit kan leiden tot flauwvallen of zelfs dodelijke afloop. De oorzaak van koolmonoxidevergiftiging is vaak defecten aan afvoerpijpen, schoorsteenkanalen of fout bij het installeren van een kachel of CV.   Campagne tegen koolmonoxide De brandweer en Brandwonden Stichting starten deze week een campagne over het gevaar van koolmonoxide. De brandweer adviseert iedereen mee te doen aan een test, waarbij jezelf kan zien hoeveel risico je loopt. Je kunt er thuis eenvoudig voor zorgen dat je geen gevaar loopt, maar dan moet je wel weten hoe. Bijvoorbeeld je huis voldoende laten ventileren. Doe de test op CO wijzer.  

Uit inspecties van de GGD blijkt dat de kwaliteit en veiligheid bij kinderdagverblijven en gastouders in Noord-Nederland niet altijd gegarandeerd kan worden. De GGD voerden bij zo\'n 2050 kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang locaties en gastouders controlebezoeken. In Groningen, Drenthe en Friesland voldeden 346 locaties niet aan de minimale eisen van de Wet Kinderopvang. Dat betekent dat een op de zes kinderopvangvestigingen niet naar behoren presteert.   Jaarlijkse inspectie De GGD voert jaarlijkse inspecties uit bij kinderopvanglocaties. Omdat er veel gastouders in Nederland zijn, neemt de overheid genoegen met een jaarlijkse steekproef. Niet alle gastouders worden dus elk jaar gecontroleerd. In totaal is er van ruim 1200 gastouders niets bekend over de veiligheid en kwaliteit, omdat er nog nooit een GGD\'er over de vloer is geweest.   Van elke controle die de GGD uitvoert verschijnt een inspectierapport. Opvanglocaties die een website hebben moeten verplicht het meest recente GGD rapport publiceren. Ouders kunnen dan zien of de veiligheid van de kinderopvang in orde is.   BHV kinderopvang Een onderdeel die kinderopvang locaties, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en gastouders ten goede komt aan de veiligheid is het volgen van een BHV cursus. BHV staat voor bedrijfshulpverlening en is voor elke werkgever verplicht. Bij kinderopvang locaties zijn er andere risico\'s aanwezig dan bijvoorbeeld een fabriek. Kinderen zijn niet zelf redzaam. De medewerkers zullen dus voor de kinderen moeten denken en handelen.   Ongevallen Gemiddeld vinden er zo\'n 3 ongevallen per dag in en om de kinderopvang plaats waarvoor kinderen op een Spoedeisende Hulp-afdeling van een ziekenhuis worden behandeld. Zo\'n 78% zijn ongelukken binnen het gebouw.   Ontruiming Tijdens een calamiteit heerst er altijd paniek. Het is goed om een ontruiming één keer per jaar te oefenen. De aanwezigheid van een ontruimingsplan zal hierbij helpen. Om in geval van nood snel te handelen, is het noodzakelijk om een goed doordacht plan op te stellen en deze te actualiseren na een ontruimingsoefening.   Volg een cursus EHBO aan kinderen Bij 101BHV.nl kun je een cursus Eerste Hulp aan Kinderen volgen. Deze cursus voldoet aan de wet- en regelgeving van IKK en is speciaal voor kinderopvang locaties. Wil je meer informatie? Neem contact met ons op: info@101BHV.nl.  

De reddingsbrigade kwam afgelopen zomer weer vaak te pas aan verschillende hulpverleningen. Zo kwam het in een zomerweek in juli 2014 tot 1400 hulpverleningen. Meer dan 50 keer was dat voor een redding uit een levensbedreigende situatie. In totaal kwam de reddingsbrigade deze zomer meer dan 9000 keer in actie. Er werden meer dan 300 mensen uit een levensbedreigende situatie gered. Zorgelijk was het vooral in de eerste weken. Zo kwam er in de eerste week van de zomervakantie al 4 mensen om bij een zwemongeval. Dit gebeurde op plaatsen waar geen gekwalificeerd toezicht is. De reddingsbrigade van Nederland wil een landelijke registratie van zwemongevallen in open water, hierdoor kunnen we beter beoordelen hoe deze kunnen worden voorkomen.   Preventief actief op stand en bij recreatiegebieden Om er voor te zorgen dat iedereen veilig van het water te kunnen laten genieten, zijn de vrijwilligers van de Reddingsbrigade vele uren preventief actief op het stand en bij recreatiegebieden. Zij geven naast advies ook waarschuwingen aan de badgasten voor gevaarlijke situaties in en om het water. Wanneer nodig, dan kunnen de vrijwilligers zeer snel optreden om mensen uit een gevaarlijke situatie te redden.   Toenemende zwemongevallen De Reddingsbrigade ziet elk jaar een verhoging van de ongevallen. Het komt steeds vaker voor dat mensen een mindere zwemvaardigheid hebben. In 2013 was er een dieptepunt, die zomer waren er 19 dodelijke zwemongevallen. De directeur van de Reddingbrigade spreekt van een \"sluipende ramp\". Hoeveel dodelijke slachtoffers zijn er nodig voor we maatregelen nemen om de veiligheid van zwemlocaties en de zwemvaardigheid actief te gaan verbeteren? Het liefst ziet hij een landelijke registratie van alle ongevallen, hierdoor kunnen we nog meer duidelijkheid krijgen over de locaties, de oorzaken en omstandigheden waardoor er zwemongevallen plaatsvinden. Daardoor kan er ook beter onderbouwd worden welke preventieve maatregelen dus nuttig en actief zijn en hoe we er voor kunnen zorgen dat het in Nederland veiliger wordt betreft het zwemmen.