Menselijk gedrag tijdens een ontruiming

1 minuten

Brandveiligheid

Als de BHV wordt gealarmeerd om te gaan ontruimen handelt hij volgens de inzetprocedure voor een ontruiming. De BHV’er handelt eerst als werknemer: hij stelt zijn eigen werkplek veilig.

De wijze waarop de BHV’er start met ontruimen, verschilt per bedrijf en de gemaakte afspraken. In sommige bedrijven begint de BHV’er met het ontruimen van zijn eigen verdieping, terwijl bij andere bedrijven de BHV’ers zich eerst moeten melden.

 

Bij het controleren van het gebouw zijn de taken, indien mogelijk, verdeeld tussen meerdere BHV’ers. Het doel van de inzet van een ontruiming is te zorgen dat er niemand meer in het pand aanwezig is en het gebouw veilig wordt achtergelaten.

 

Het personeel en/of bezoekers zal gealarmeerd worden door de slow-whoop en neemt persoonlijke spullen mee en gaat naar de verzamelplaats. Men verlaat het gebouw in normaal tempo.

 

Let tijdens het ontruimen op de volgende punten
– Zijn alle ruimten leeg en veilig achtergelaten? Controleer of er mensen zijn in toiletten, werkruimten, kasten, etc.
– Is apparatuur uitgeschakeld? Zo nee, schakel apparatuur uit indien mogelijk.
– Zijn kasten, ramen en deuren dicht? Zo nee, doe deze dan dicht indien mogelijk.

 

Menselijk gedrag

Tijdens een calamiteit worden de emoties van mensen flink heen en weer geschud. Angst, paniek, stress, schrik, ongeloof, machteloosheid, verbijstering zijn emoties die mensen ondervinden.

 

Zoals we nog diverse malen zullen zien, komt het veel voor dat mensen niet of heel traag reageren op de signalen van een naderende of zich voltrekkende calamiteit. Het eerste gevoel van mensen is het negeren van gevaar. Als dat gevoel voorbij is, willen mensen zich snel naar een ‘veilige haven’ toe. Uit paniek kunnen ze zich opsluiten in toiletten en kasten. Voor BHV’ers heel belangrijk om hier op te letten.

Een aantal eigenschappen van menselijk gedrag tijdens ontruiming:
– Brandgevaar wordt niet herkend;
– Brandalarm leidt niet tot een reactie;
– Vluchtroutes worden niet gebruikt;
– Verstoppen in toiletten of kasten.